Het belang van woordkeuze

Communiceren is een lastig ding. Dat merken we allemaal in het dagelijks leven. Je denkt dat je duidelijk hebt gezegd wat je bedoelt maar de ontvanger van jouw boodschap heeft er een hele andere interpretatie aan gegeven. Regelmatig komen we dan in een woordenwisseling terecht omdat beide denken dat de ander niet goed geluisterd heeft. Maar wie heeft er gelijk en is het belangrijk om gelijk te krijgen of misschien kunnen we hieruit leren dat we allemaal een ander referentiekader hebben en daaruit onze gedachten vormen.

Dit soort miscommunicatie laat zien dat het heel belangrijk is om te checken of wat je gezegd of gevraagd hebt ook over gekomen is op de manier die je bedoeld hebt. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor volwassenen maar zeker ook in de communicatie met je kind. Je kunt dat checken door je kind te vragen te herhalen in eigen woorden wat jij gezegd hebt.

Ook de manier waarop je iets zegt heeft impact. Welke toon gebruik je en wat straalt je lichaamstaal uit?

Helemaal belangrijk is welke woorden je gebruikt. Het woord moeten, roept bij veel mensen meteen weerstand op. Wie bepaalt voor de ander wat moet? Persoonlijk probeer ik dat woord zoveel mogelijk te vermijden.

Jezelf een andere manier van praten aanleren is niet moeilijk. Als je telkens bewust bent van wat je zegt en even vertaalt naar welk gevoel het bij jou zou oproepen wanneer iemand dit tegen jou zou zeggen, dan ben je al een eind in de goede richting.

Om een positieve benadering te kiezen kunnen we dingen heel makkelijk omdraaien. Je zult zien dat je kind op een positiever taalgebruik ook prettiger reageert.

in plaats van a zeg je b.  Hiermee geef je je kind de ruimte met liefdevolle woorden. Daardoor zal je kind voelen dat zijn/haar emotie er mag zijn. Dat feit alleen is heel belangrijk.

a. doe nu maar weer rustig.                                  b. hoe kan ik je helpen?

a. stop met huilen.                                                  b. ik kan zien dat het moeilijk voor je is.

a. niet gillen.                                                            b. kun je je zachte stem gebruiken?

a. niet slaan.                                                            b. wees alsjeblieft zacht.

a. stop met schreeuwen.                                       b. haal even diep adem en vertel me dan wat er aan de hand is.

a. niet zo overstuur doen.                                     b. je mag je daarover verdrietig voelen,

a. nu is het genoeg                                                  b. wil je een knuffel?

a. ik ben er klaar mee.                                           b. ik ben er voor je

Ik kan natuurlijk een enorme lijst opschrijven maar je begrijpt vast wel wat ik bedoel.

Wanneer kinderen merken dat hun gevoelens er mogen zijn doordat je daar je begrip voor toont komt er al snel ruimte voor verzachting van de pijn.

Vergeet niet dat de reactie die jij geeft op het gedrag van je kind veel zegt over jouzelf. Vraag jezelf ook eens:”hoe kan ik je helpen?” Voelt dat niet goed? Als je verdrietig bent en iemand zegt:”stop met huilen”. Ben je daarmee geholpen of helpt het je meer wanneer je mag huilen en er begrip getoond wordt doordat iemand zegt: “ik kan zien dat het moeilijk voor je is”.